Recht op informatie primeert op privacy van Dutroux

Zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheid van de voorzitter van het assisenhof, vindt de Raad voor de Journalistiek dat bij de verslaggeving over het assisenproces in Aarlen het recht op informatie primeert op het recht op privacy van beschuldigde Dutroux, en met name op diens portretrecht. Dutroux is een beschuldigde, die door de aard van de hem toegeschreven misdrijven en door zijn openbare optreden een publieke persoon is. Hij is bovendien iemand die tot vandaag het maatschappelijke debat in dit land mee bepaalt.

Bij het begin van het proces in Aarlen had de voorzitter gevolg gegeven aan de vraag van beschuldigde Dutroux om geen herkenbare beelden van hem te verspreiden in de pers. Drie kranten hadden nadien toch foto's gepubliceerd waarop het gezicht van Dutroux integraal wordt weergegeven. De fotografen die werken in opdracht van deze media, was daarop de toegang tot de rechtszaal ontzegd. Op 8 maart 2004 is Dutroux op zijn beslissing teruggekomen en sindsdien verzet hij zich niet meer tegen de publicatie van foto's waarop hij integraal te zien is.

De Raad voor de Journalistiek vindt het aangewezen dat justitie en media overleggen en vooraf afspraken maken over hoe gerechtsverslaggeving in de best mogelijke omstandigheden kan gebeuren. De Raad voor de Journalistiek is bereid om aan een dergelijk overleg actief deel te nemen.