Automatisering in de journalistiek

Automatisering is overal en duikt ook op in de journalistiek. Geautomatiseerde omzetting van data in infografieken (verkiezingsuitslagen, beurskoersen enz.) is al lang ingeburgerd en ook personalisering van nieuws is ruim gangbaar bij nieuwssites en nieuwsbrieven. Meer recent lopen er ook experimenten met geautomatiseerde productie van artikels. Welke consequenties heeft die automatisering van nieuws voor de beroepsethiek en zijn persraden en journalistieke codes erop voorbereid? Die vraag stelt dr. Lauri Haapanen, docent aan de universiteit van Jyväskylä in Finland, in een recente studie.

Haapanen deed zijn studie in het kader van het project Media Councils in the Digital Age, waaraan ook de Raad voor de Journalistiek deelneemt en dat mee wordt gefinancierd door de Europese Commissie, DG Connect (Communications Networks, Content and Technology).

Haapanen focust in zijn onderzoek op volledig geautomatiseerde nieuwsproductie, waarbij het hele proces van selectie, informatiegaring, redactie, illustratie en verspreiding gebeurt op basis van algoritmes, zonder dat er een journalist aan te pas komt. Hij heeft het over Natural Language Generation waarbij digitaal gecodeerde data worden omgezet in redactionele teksten.

In dat proces zijn drie elementen cruciaal, zegt hij: betrouwbare data, sturing en transparantie. De kwaliteit van het artikel (de output) hangt af van de kwaliteit van de data (de input). Daar tussenin spelen algoritmes. Die worden doorgaans niet gemaakt door journalisten, die daarvoor niet de nodige skills hebben, maar door programmeurs en software specialisten. Toch mag men de sturing (conceptualisering, ontwikkeling, beheer enz.) niet louter aan hen overlaten en moeten journalisten mee in de cockpit zitten, want ook algoritmes veronderstellen keuzes, in dit geval journalistieke keuzes. Journalisten en programmeurs zullen daarom elkaars taal moeten leren. Tegelijk moet het geheel transparant zijn voor het publiek. Zonder transparantie, geen vertrouwen. Journalisten moeten transparant zijn over hun manier van werken, en dat geldt ook voor het gebruik van algoritmes en personalisering van nieuws, zegt Haapanen.

Haapanen vraagt zich ook af of nieuwsautomatisering aanpassingen vergt aan de codes, werking en klachtpocedures van persraden. Hij heeft geen pasklare antwoorden, maar raadt wel aan om na te denken vooraleer anderen overgaan tot regelgeving.

De studie van Lauri Haapanen, in opdracht van de Finse persraad, kadert in het EU-project Media Councils in the Digital Age, waaraan ook de Raad voor de Journalistiek, de Franstalige raad van België (CDJ) en de raden van Ierland, Duistland en Oostenrijk meewerken, samen met de Europese Federatie van Journalisten (EFJ) en twee universiteiten (ULB uit België en Blanquerna uit Spanje).