De raad voor de journalistiek heeft een Richtlijn over identificatie in een gerechtelijke context goedgekeurd. In de richtlijn wordt aan journalisten gevraagd om terughoudend te zijn bij het vrijgeven van de naam of de afbeelding van verdachten, veroordeelden en slachtoffers.
Journalisten moeten, wanneer zij identiteitsgegevens bekend maken, altijd een afweging maken tussen het recht van het publiek om zo volledig mogelijk geïnformeerd te worden enerzijds, en het recht op privacy van de betrokkenen anderzijds. Daarom zien journalisten er in bepaalde gevallen van af om de identiteit van een betrokkene bekend te maken, of maken ze slechts beperkte identiteitsgegevens bekend, zoals initialen. Maar er kunnen redenen zijn om een betrokkene volledig te identificeren, wat betekent dat in een dergelijk geval de naam en de afbeelding kunnen worden vrijgegeven.
In de richtlijn worden de verschillende situaties opgesomd, en wordt telkens aangegeven welke oplossing de voorkeur verdient. De richtlijn verwijst ook naar wettelijke bepalingen, zoals het verbod om de identiteit bekend te maken van jongeren die onder de jeugdrechter staan.
Met de richtlijn hoopt de raad meer consequentie in de journalistieke praktijk te bereiken. De juiste oplossing kiezen is voor journalisten niet altijd gemakkelijk, en in de richtlijn is daarom bedoeld als handleiding.