Titel artikels:
- Hbvl.be: Lichaam 82-jarige vrouw lange tijd na haar overlijden ontdekt in serviceflat in Bolderberg.
- Het Belang van Limburg: Dood van 82-jarige bewoonster serviceflat blijft onder de radar.
Samenvatting van de uitspraak: Het artikel gaat over de ontdekking van het lichaam van een 82-jarige bewoonster van een serviceflat in een woonzorgcomplex op 26 september 2023. Volgens het artikel kwam de wetsarts tot de conclusie dat de vrouw een natuurlijke dood stierf en dat ze al lange tijd geleden overleden moest zijn. De journalist vermeldt dat de vrouw in de eerste week van september voor het laatst gezien zou zijn. Klager maakte verschillende bezwaren.
Als het parket een onderzoek opent naar een ongewoon sterfgeval heeft een journalist het recht om daarover te berichten. De journalist maakt aannemelijk dat hij dit, met de bronnen waarover hij op dat moment beschikte en de informatie die hij bij hen kon vergaren, op journalistiek verantwoorde wijze heeft gedaan. Hij heeft ook het zorgbedrijf gecontacteerd, maar dat wou om privacyredenen niets zeggen. Bij de familie van de overleden vrouw kon hij niet terecht omdat hij op dat moment haar identiteit niet kende.
Het is journalistiek geoorloofd om de tijdsspanne tussen het overlijden en het moment waarop het lichaam werd gevonden te interpreteren en te omschrijven als een ‘langere periode’. Dat druist niet in tegen het principe van waarheidsgetrouwe berichtgeving.
Over de bron die zei dat de vrouw begin september voor het laatst zou zijn gezien, heeft de journalist, zonder namen te noemen en in afwezigheid van klager, toelichting gegeven aan de rapporteringscommissie van de Raad. De Raad is van oordeel dat hij over een voldoende gezaghebbende en bij de zaak betrokken bron beschikte om die uitspraak in zijn artikel op te nemen. De klacht in ongegrond op bovenstaande punten.
De journalist heeft het artikel geüpdatet en aangepast. Nadat de informatie dat de moeder van klager begin september voor het laatst gezien zou zijn werd bijgesteld, heeft de journalist die zin geschrapt. Dat is in de context van de berichtgeving een substantiële aanpassing en de Raad is van oordeel dat de journalist deze aanpassing expliciet had moeten vermelden, overeenkomstig de richtlijn bij artikel 6 over rechtzettingen bij online berichtgeving. Dat is niet gebeurd. De klacht is op dit punt gegrond.
Wederhoor was niet nodig. De journalist stelt de vraag hoe het komt dat de dood van de vrouw in een serviceflat lange tijd onopgemerkt bleef, maar schrijft of insinueert niet dat klager en zijn familie weinig contact met haar hadden. Hij brengt geen beschuldigingen uit die hun eer en goede naam betreffen. Wederhoor was overigens ook niet mogelijk omdat de journalist de identiteit van de vrouw en haar familieleden vóór de publicatie van zijn artikel niet kende. De klacht is ongegrond op dit punt.
De journalist is terughoudend omgegaan met de bekendmaking van gegevens die de overleden vrouw kunnen identificeren. Hij vermeldt alleen haar leeftijd en dat ze nog niet lang in woonzorgcomplex BoCasa in Heusden-Zolder verbleef. Dat tast het privéleven van haar of haar nabestaanden niet verder aan dan noodzakelijk in het maatschappelijk belang van de berichtgeving. De klacht is ongegrond op dit punt.