Titel artikel: Autobezitters eisen hun plaats opnieuw op. Van Mechelen tot Berlijn: overal ontstaan cultuuroorlogen rond mobiliteit
Samenvatting uitspraak: De Raad voor de Journalistiek heeft een klacht van Carl Bols tegen De Morgen deels gegrond verklaard. Het artikel gaat over de cultuuroorlogen die in veel steden ontstaan rond mobiliteit, waarbij automobilisten opnieuw meer ruimte voor de auto eisen. Klager gaf als oprichter van actiegroep Red de Vesten in Mechelen een interview over de invoering van eenrichtingsverkeer op de Mechelse ring. Hij zegt: “We werden misleid door de leugens en de propaganda van de stad. Mensen merken nu pas dat de plannen niet onschuldig zijn”. Dit citaat wordt gevolgd door de zin: ’Het protest in Mechelen illustreert een merkwaardige kentering in Europa’. Daarna geeft het artikel een overzicht van protesten tegen anti-automaatregelen in Amsterdam, Berlijn, Het Verenigd Koninkrijk, Gent en Brussel. Klager zegt dat de journalist hem niet voldoende informeerde over het doel van haar optreden en dat de journalist de geest van haar gesprek met hem niet respecteert.
De Raad is van oordeel dat de journalist klager voldoende geïnformeerd heeft over het doel van haar optreden. Daarom is de klacht ongegrond wat artikel 17 van de Code betreft.
Het staat de journalist vrij om de invalshoek van haar artikel te kiezen en citaten van geïnterviewden erin te verwerken, op voorwaarde dat ze de uitspraken correct citeert en de geest van het interview getrouw weergeeft. Klager betwist niet dat hij de korte citaten in het artikel uitgesproken heeft zoals ze neergeschreven zijn. Maar onmiddellijk op de citaten volgt de zin: “Het protest in Mechelen illustreert een merkwaardige kentering in Europa”. Daarmee verwijst de journalist naar automobilisten en actiegroepen die meer plaats opeisen voor de auto, wat de grondtoon is van het artikel. Klager maakt, aan de hand van de documenten die hij aan de journalist overhandigde, aannemelijk dat zijn Actiegroep Red de Vesten dit niet doet en dat hij dit ook duidelijk heeft gemaakt tijdens zijn interview. Door de citaten van klager inhoudelijk onmiddellijk te koppelen aan de zinssnede over een kentering in Europa, doet de journalist – gezien de context van het globale artikel – het voorkomen alsof klager het standpunt van de pro-autogroepen deelt, wat niet het geval is. Daarom is de Raad van oordeel dat de journalist het standpunt van klager niet getrouw weergeeft en de geest van het gesprek dat ze met hem voerde niet heeft gerespecteerd. Dat strookt niet met artikel 3 van de Code. De klacht is gegrond op dit punt.