Raad staat er na vijf jaar, maar mag wel bekender worden

Er is een vrij grote tevredenheid over de werking en de klachtenbehandeling door de Raad voor de Journalistiek. Vijf jaar na de oprichting heeft de Raad zijn plaats verworven in het medialandschap, maar bij het grote publiek is hij nog te weinig bekend. Dat blijkt uit een onderzoek van de vakgroep communicatiewetenschappen van de UGent.

De onderzoeksresultaten werden op 18 december 2007 voorgesteld op een colloquium in Brussel, dat georganiseerd werd naar aanleiding van de vijfde verjaardag van de Raad.

Professor Dirk Voorhoof en licentiate Ann Braeckman namen de uitspraken en de minnelijke schikkingen van de Raad onder de loep. Er werd ook een uitvoerige bevraging uitgevoerd bij de klagers en bij twintig hoofdredacteurs van Vlaamse media.

Zeventig procent van de klagers zou bij een volgende (vermeende) inbreuk op een journalistieke handelwijze opnieuw naar de Raad voor de Journalistiek stappen. Bij de hoofdredacteurs verklaart het merendeel zich akkoord met de beslissingen van de Raad, die gezien wordt als een goed alternatief voor de rechtbank. Wel betreuren veel hoofdredacteurs dat er de laatste tijd opnieuw meer klachten voor de rechtbank worden beslecht, wat kan verklaard worden door een te geringe bekendheid van de Raad bij het publiek.

De onderzoeksresultaten, samen met een aantal kritische beschouwingen over de werking van de Raad, zijn ook in boekvorm gepubliceerd. Wie een exemplaar wil bestellen van het boek 'Vijf jaar Raad. Een balans', kan dit doen door een mail te sturen naar info@rvdj.be. Er wordt wel gevraagd om een bedrag van 10 euro over te maken op rekening 778-5942033-62 van de Raad voor de Journalistiek in Brussel, als bijdrage in de kosten voor druk en verzending.